Naast sparen voor verlof kunnen met de levensloopregeling de pensioenrechten worden verbeterd. Een medewerker stort in dat geval zijn levenslooptegoed of een deel hiervan in een nieuwe of bestaande pensioenregeling. De bank of financiële instelling waar de medewerker spaart, maakt het bedrag dan rechtstreeks over aan het ABP. Er wordt op dat moment geen loonheffing en inkomensafhankelijke ziektekostenbijdrage ingehouden.
Wanneer een medewerker er voor kiest om zijn levenslooptegoed in de pensioenregeling te storten moet hij met een paar zaken rekening houden:
Alles wat de medewerker inlegt in de levensloopregeling is pensioengevend inkomen. Hierover wordt dus pensioen opgebouwd. Dit betekent dat over de inleg pensioenpremies worden ingehouden. Ook de levensloopbijdrage die de medewerker ontvangt van de werkgever is pensioengevend. Het maakt hierbij niet uit of de medewerker wel of niet deelneemt aan de levensloopregeling. Bij uitbetaling van de levensloopbijdrage van de werkgever wordt hierover direct pensioenpremie ingehouden.
Als een medewerker met onbetaald verlof is, gaat tijdens die periode de pensioenopbouw gewoon door. Bij verlof dat langer duurt dan drie maanden betaalt de medewerker wel zelf de premies. Hij betaalt dan dus zowel het werkgevers- als het werknemersdeel. Alleen wanneer het verlof drie maanden of korter duurt, betaalt de werkgever het werkgeversdeel van de pensioenpremie. Ook bij deeltijdverlof worden de kosten van het pensioen verrekend.
De mate van opbouw van pensioen tijdens onbetaald verlof is geregeld in het pensioenreglement. De CAR regelt de premieverdeling tussen werkgever en medewerker. Onderstaand wordt aangegeven in welke mate pensioen wordt opgebouwd, hoe de premieverdeling is geregeld en hoe de werkgever de premie kan verhalen op de medewerker.
Pensioen opbouwen
Verlof met levensloopuitkering
Als de medewerker geen levenslooptegoed opneemt tijdens het onbezoldigd verlof kan het bedrag dat de werkgever wil verhalen op de medewerker niet verrekend worden met een betaling vanuit de gemeente aan de medewerker. Er ontstaat een vordering van de gemeente op de medewerker. De gemeente dient afspraken te maken met de medewerker hoe deze vordering ingelost wordt.
Als een medewerker zijn tegoed uit de levensloopregeling nog niet heeft opgenomen op het moment van pensionering, wordt het opgebouwde tegoed op de dag voordat het pensioen ingaat in één keer uitgekeerd, samen met de opgebouwde levensloopverlofkorting. De werkgever houdt op dat moment de verschuldigde loonheffing en de inkomensafhankelijke ziektekostenbijdrage in.
Deze inkomensafhankelijke ziektekostenbijdrage wordt vervolgens door de werkgever onder inhouding van loon- en premieheffing vergoed.
Lbr.06/86 MARZ/CvA/U200600904 - Gemeentelijke levensloopregeling bijlage 1 , 2 en 3 - 22 mei 2006