Een dienstverband (aanstelling of arbeidsovereenkomst) wordt voor bepaalde of onbepaalde tijd aangegaan. Een aanstelling voor bepaalde tijd kan alleen voor een beperkte periode worden aangegaan.
Het is altijd mogelijk een aanstelling voor onbepaalde tijd aan te gaan. Daaraan hoeft niet eerst een tijdelijk dienstverband vooraf te zijn gegaan. Een aanstelling voor onbepaalde tijd kan echter alleen beëindigd worden op basis van een van de in hoofdstuk 8 genoemde ontslaggronden.
Bij aanstellingen voor bepaalde tijd wordt in het aanstellingsbesluit of de arbeidsovereenkomst vermeld wanneer het dienstverband afloopt. Bij het aanbreken van die datum is er sprake van ontslag van rechtswege.
Soms is het niet mogelijk de duur van het dienstverband vooraf exact vast te leggen. In dat geval wordt een tijdelijk dienstverband voor onbepaalde tijd verleend. Een tijdelijk dienstverband voor onbepaalde tijd kan beëindigd worden wanneer de grond voor het aangaan daarvan is komen te vervallen. In geval van vervanging, bijvoorbeeld wegens ziekte, kan in de aanstelling of arbeidsovereenkomst aangegeven worden dat deze eindigt op het moment dat diegene die vervangen wordt weer hersteld is. Het verdient aanbeveling om in deze situatie ook een datum op te nemen in het aanstellingsbesluit waarop het dienstverband in elk geval eindigt.
Bij een tijdelijke aanstelling voor bepaalde tijd is het niet nodig een reden van aanstelling of arbeidsovereenkomst te vermelden. Het einde van de periode is in dat geval de reden van beëindiging van de dienstverband.
Let op:
Wanneer de werkzaamheden na afloop van de afgesproken duur van het dienstverband feitelijk worden voortgezet zonder dat een nieuw dienstverband wordt verleend, is van rechtswege sprake van een nieuw dienstverband voor dezelfde duur.
Bij het aangaan van een tijdelijk dienstverband zijn er aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan:
Voor werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt gelden andere termijnen. De tijdelijke aanstelling kan niet langer dan 48 maanden duren. En als 6 tijdelijk aanstellingen elkaar hebben opgevolgd met een tussenpozen van niet meer dan 6 maanden dan geldt de zevende aanstelling als vaste aanstelling. Overigens geldt dan ook dat beide partijen zonder opgaaf van reden de aanstelling kunnen opzeggen met inachtneming van een maand opzegtermijn.
De werkgever kan besluiten een dienstverband voor bepaalde tijd, na afloop van de termijn waarvoor het is aangegaan om te zetten in een dienstverband voor onbepaalde tijd. Ook kan met in achtneming van de hiervoor weergeven regels opnieuw een dienstverband voor bepaalde tijd worden verleend.
Als een medewerker tijdelijk meer uren werkt, kan dat op twee manieren:
Beide vormen eindigen van rechtswege bij het einde van de periode waarvoor deze is gegeven. Als de medewerker de werkzaamheden blijft vervullen, wordt de tijdelijke uitbreiding geacht voor dezelfde periode te zijn verleend.
Met ingang van 1 juli 2015 is het gewijzigde artikel 2:4 van de CAR in werking getreden. Naast de bekende ketenbepalingen bevat deze nu in lid 4 voor het eerst ook een zogenaamde anti-draaideurbepaling.
Het vierde lid van artikel regelt de arbeidsrechtelijke gevolgen van opeenvolgende dienstverbanden die een medewerker heeft met verschillende werkgevers (zoals uitzendbureaus, payroll bedrijven of detacheringsbureaus), waarbij deze medewerker binnen dezelfde organisatie feitelijk of in hoofdzaak dezelfde werkzaamheden blijft verrichten. Deze komen voor rekening van de (opvolgende) werkgever bij (op het moment van) overschrijding van de grenzen genoemd in het tweede of derde lid. E.e.a. heeft – behoudens voorafgaande detachering in dezelfde functie - geen betrekking op de situatie waarin een ambtenaar bij gemeente A uit dienst gaat om vervolgens bij gemeente B in dienst te treden.