De vrijwilliger kan op verzoek of niet op verzoek ontslagen worden.
In geval van ontslag op verzoek geldt het volgende:
Ontslag dat niet op verzoek plaatsvindt, kan zijn op de volgende gronden:
Alle vormen van ontslag zijn eervol, behalve als er sprake is van een veroordeling wegens een misdrijf. Het gaat hierbij uitdrukkelijk om een gevangenisstraf wegens een misdrijf en niet wegens overtreding van de wet. Het ontslag kan ingaan op de eerste dag nadat de reden voor het ontslag aanwezig was.
In het geval van een voorwaardelijke straf zal de werkgever moeten afwegen of een ontslag noodzakelijk is. Bij deze afweging moet de werkgever het functioneren van de medewerker en de aard van zijn functie in aanmerking nemen.
Omdat aan brandweervrijwilligers hoge medische eisen worden gesteld, moeten zij regelmatig gekeurd worden om te kijken of zij nog steeds aan deze eisen voldoen. Het kan gebeuren dat er uit een keuring blijkt dat de vrijwilliger op het moment van keuren niet aan al deze eisen voldoet. Er wordt dan gekeken wat er nodig is om hier alsnog aan te gaan voldoen. Pas als vast komt te staan dat verbetering van de medische situatie niet mogelijk is kan er overgegaan worden tot ontslag.
Ontslag als gevolg van ziekten of gebreken is de ontslaggrond die geldt als er geen verband is met de periodieke medische keuring, maar het toch duidelijk is dat om medische gronden het functioneren niet langer mogelijk is. Deze ontslaggrond kan bijvoorbeeld gebruikt worden bij een ongeval.