Als de gemeente een aanstelling geeft vanwege de banenafspraak, dan valt die medewerker onder de CAR-UWO. Dat betekent dat de medewerker wordt geplaatst in een functie met het bijhorende functieprofiel en functieschaal.
Volgens de CAR-UWO is het salaris gebaseerd op die functieschaal. Mensen die onder de banenafspraak vallen, hebben vaak een verminderd arbeidsvermogen. CAR-UWO artikel 1:2c regelt daarom dat het salaris van medewerkers die vanwege de banenafspraak zijn aangesteld, in sommige gevallen kan worden aangepast.
Als een medewerker is aangesteld vanwege de banenafspraak, dan kan het salaris op grond van artikel 1:2c voor twee doelgroepen worden aangepast:
Voor de andere twee doelgroepen van de banenafspraak, mensen met een SW-indicatie of mensen met een WIW- of ID-aanstelling, kan het salaris niet worden aangepast.
Hieronder staan de aanpassingen voor beide groepen medewerkers.
Als de gemeente een medewerker een aanstelling geeft op grond van de Wet banenafspraak en die medewerker valt onder de Participatiewet en is niet in staat om zelfstandig het wettelijk minimumloon te verdienen, kan de gemeente die medewerker in schaal A plaatsen.
Dit is een zogenaamde ‘kan-bepaling. De gemeente kan de medewerker ook in de functieschaal plaatsen. In dat geval past de gemeente CAR-UWO artikel 1:2c niet toe.
Aan de plaatsing in schaal A zijn voorwaarden verbonden:
Als niet alle drie voorwaarden gelden, is schaal A niet van toepassing.
Schaal A is een aparte schaal, die alleen geldt voor deze doelgroep. De laagste periodiek is het wettelijk minimumloon. De hoogste periodiek is 120% van het wettelijk minimumloon. Het LOGA past schaal A één keer per jaar, op 1 januari, aan het wettelijk minimumloon aan.
Schaal A staat niet in de salaristabel in CAR-UWO bijlage IIA.
Schaal A staat in plaats daarvan op deze webpagina.
Als een medewerker onder schaal A valt, gelden niet de minimale bedragen voor de vakantietoelage, eindejaarsuitkering en levensloopbijdrage.
NB
Schaal A is gebaseerd op het wettelijk minimumloon. Dit geldt ook voor medewerkers onder de 23 jaar — voor deze groep geldt dus niét het jeugd-WML.
per 1-1-2016 | per 1-1-2017 | per 1-1-2018 | per 1-1-2019 | |
A | A | A | A | |
0 | 1.524,60 | 1.551,60 | 1.578,00 | 1.615,80 |
1 | 1.552,32 | 1.579,81 | 1.606,69 | 1.645,18 |
2 | 1.580,04 | 1.608,02 | 1.635,38 | 1.674,56 |
3 | 1.607,76 | 1.636,23 | 1.664,07 | 1.703,93 |
4 | 1.635,48 | 1.664,44 | 1.692,76 | 1.733,31 |
5 | 1.663,20 | 1.692,65 | 1.721,45 | 1.762,69 |
6 | 1.690,92 | 1.720,87 | 1.750,15 | 1.792,07 |
7 | 1.718,64 | 1.749,08 | 1.778,84 | 1.821,45 |
8 | 1.746,36 | 1.777,29 | 1.807,53 | 1.850,83 |
9 | 1.774,08 | 1.805,50 | 1.836.22 | 1.880,20 |
10 | 1.801,80 | 1.833,71 | 1.864,91 | 1.909,58 |
11 | 1.829,52 | 1.861,92 | 1.893,60 | 1.938,96 |
Als de gemeente een medewerker met een Wajong-uitkering een aanstelling geeft op grond van de banenafspraak, dan kan het salaris worden aangepast als die medewerker een verminderde loonwaarde heeft. De medewerker wordt in een functieschaal geplaatst en niet in schaal A. De werkgever kan een loonwaardemeting aanvragen van de medewerker in zijn functie. Als die loonwaarde lager is dan 100%, kan de werkgever vaststellen dat het salaris van de medewerker wordt gebaseerd op de loonwaarde maal het schaalbedrag. Om minder dan het schaalbedrag aan de medewerker uit te betalen heeft de werkgever wel de toestemming van het UWV nodig, de loondispensatie.
Loondispensatie kan worden aangevraagd door middel van het formulier ‘Aanvraag loondispensatie Wajong’. Een arbeidsdeskundige van UWV beoordeelt dan of de medewerker minder presteert door zijn ziekte of handicap. Met dit oordeel stelt de arbeidsdeskundige vast hoeveel loon de werkgever moet betalen. Het gaat hier om een zogenaamde ‘kan-bepaling’. De gemeente kan ook de medewerker 100% van het reguliere schaalsalaris betalen.
Het salaris is altijd minimaal het wettelijk minimumloon: komt het salaris na vermenigvuldiging met de loonwaarde onder het WML, dan heeft de medewerker recht op WML.
Voor deze doelgroep worden ook de minimale vakantietoelage, eindejaarsuitkering en levensloopbijdrage gebaseerd op de loonwaarde.
Voorbeelden: